Infiltratie

Het momentum van het infiltratie-concept

Weinig thematieken in de sector waar zoveel buzz rond gecreëerd werd de voorbije vijf jaar als het woord ‘infiltratie’. Gedragen op een aantal grillige zomers en de confrontatie met toenemende extremen (water te veel en water te weinig), evolueren we van ‘een niche-gegeven’ naar ‘het nieuwe normaal’.
Een wijziging in denkprocessen en ontwerptrajecten dringt zich op en dat is een proces wat we met z’n allen aan het doorlopen zijn. Enthousiastelingen, sceptici, wereldverbeteraars, .. elkeen heeft zijn visie. En gestaag verschuift de modale opinie van ‘moet dat?’ naar ‘natuurlijk doen we dat’ en springen ook product-fabrikanten mee op de kar – in het bijzonder de betonsector is zeer actief geweest in het relevant blijven in deze nieuwe visies.

In Zuid-West-Vlaanderen hebben we, omwille van veel lemige tot kleiige gronden, lang aangegeven dat dit niet de regio bij uitstek is om volop voor infiltratie te gaan. Liever een voorspelbaar buffersysteem waarvan je de impact met zekerheid kan beperken, dan een potentieel onzeker infiltratieconcept. Zo gingen we als goede huisvader om met de problematieken van ‘te veel’ water. Mede door ondoordringbare lagen en plaatselijk hoge grondwaterstanden en een hele rist aan locaties waar na aanleg van waterdichte riolering het grondwater plots in de kelders binnensijpelde, leefde de perceptie minder dat we problemen hadden met grondwaterstanden aanvullen.
Het tijdperk dat een bodemkaart of een referentiekaart van een waterloopbeheerder volstond om infiltratie van tafel te vegen, is achter ons gelaten. Mede onder impuls van VMM is de tendens dat het WEL kan, en dan ook MOET. En dat betekent dat een kwalitatief ontwerp begint met een degelijke studie, die zo vroeg mogelijk in het traject moet worden opgestart (infiltratieproeven, grondwaterstand-monitoring,… ).

De waarde van lokale kennis in visie-bepaling

Het hemelwaterplan. Het andere kernwoord in het discours rond klimaat en infiltratie. Er is geijverd voor visievorming op een gepast schaalniveau. In de praktijk blijkt dat dan toch meestal een stad of gemeente te zijn, evenwel zonder dat gemeentegrenzen de afbakening van waterloopbekkens volgen.
Waar in rioolstudies iedereen min of meer volgens dezelfde standaarden werkt (de zogeheten hydronautprocedure), begint het verhaal van het hemelwaterplan met een quasi blanco blad. Is het een visie-document, of een doorgerekende studie?

Bepaalt het een richtinggevend kader, of bepaalt het gebiedsspecifieke infrastructurele aanpak van problemen? En wie beoordeelt of zo’n plan goed (genoeg) is? Er gaat jammer genoeg een kans verloren om een schat aan lokale kennis te integreren in de visie, gezien één speler op Vlaams niveau de meeste studies toe-eigent. We vrezen het potentieel dat dit een ‘éénmalige theoretische studie’ wordt die niet het verhoopte werkinstrument oplevert. We hopen van harte dat deze zorg onterecht is, maar menen als sterk lokaal verankerd bureau ook een betekenisvolle rol te kunnen spelen in een dergelijk verhaal.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Verantwoordelijkheid, of in juridische zin zelfs aansprakelijkheid: één van de voornaamste remmende elementen tegen innovatie.
Wat als het fout gaat? Wie draagt dan de verantwoordelijkheid – of specifieker: de kost?
De bouwheer, de ontwerper, de aannemer, of het labo die de proeven heeft uitgevoerd waarop alles gebaseerd is?
We merken een tendens richting een resultaatsverbintenis (door as-built proeven!) voor de aannemer. Die kan evenwel slechts uitvoeren wat de door de bouwheer aangestelde ontwerper heeft doorgerekend, en die ontwerper moet zich baseren op proefresultaten. En het labo, die moeten dan ook maar hopen dat hun proeflocaties voldoende representatief zijn…

We kunnen dan drie kanten uit:

  • We ontwerpen volgens de regeltjes, en kruisen onze vingers dat het goed komt. En meestal zal dat ook goed gaan, maar als het fout gaat, gaat het ook meteen goed fout.
  • We ontwerpen met immer gecumuleerde veiligheidsfactoren, waarbij we overal worst-case aannames maken. Op het eind van het traject, dimensioneren we meerdere malen te groot om zeker te zijn dat het maar voor niemand problemen oplevert nadien, maar wordt de impact dermate ruimtelijk bepalend dat (her)ontwikkelen van bouwsites niet meer economisch rendabel kan worden.
  • We ontwerpen met de beste bedoelingen, maar met voldoende realiteitszin. We zetten zo veel mogelijk in op infiltratie, maar anticiperen op een scenario ‘wat als het toch minder werkt dan verhoopt’? Een evenwichtsoefening tussen infiltratie en buffering, waarbij we ‘doen wat kan, zolang we zeker blijven dat het veilig kan’.

Wij plaatsen onszelf in die laatste categorie, en prediken dan ook ‘voorzichtig enthousiasme’ in de conceptkeuze.

Klimaatneutraal ontwerpen

Leg de lat hoog bij de inzet op infiltratie, maar weeg ze, volgens lokale plaatsgesteldheid, af tegen de risico’s van hoge piekdebieten als het systeem het niet meer aan kan. Soms beter iets meer volume te lozen, maar heel gespreid, dan grote piekdebieten bij overloop van infiltratiesystemen. Door de twee concepten (infiltratie en buffering) hand in hand te laten gaan, en van de beide maximale de voordelen te bundelen, krijgen we een duurzaam en veilig ontwerp. Dergelijke insteek lijkt de grootste gemene deler te kunnen vormen tussen de belangen van alle actoren.

Er is niet één oplossing die voor alle locaties en situaties past en het studietraject wordt ook steeds complexer. Zowel op vlak van kennis van actuele visies en concepten, als de ervaring met het rekenkundige luik (volumebalansen Sirio), menen wij als INFRAbureau DEMEY onze opdrachtgevers met raad en daad te kunnen bijstaan in het opmaken van kwalitatieve en duurzame ontwerpen, waarbij we tijdig in overleg gaan met de betrokken adviesinstanties, om het vergunningsproces vlot te kunnen doorlopen.

2 november 2021

Over ons

INFRAbureau Demey

Ons studiebureau heeft meer dan 50 jaar ervaring in het leveren van hoogwaardige INFRAprojectdossiers en creatieve oplossingen voor diverse INFRAstudies binnen een straal van 40 km rondom ons kantoor in Roeselare. We werken nauw samen met landschapsarchitecten voor publieke ruimteontwerpen en met architectenbureaus voor moderne bouwprojecten. Ons dynamische team staat voor proactieve samenwerking met opdrachtgevers en kijkt vol vertrouwen naar de toekomst, boordevol nieuwe mogelijkheden en succesverhalen.